Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. paljas:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for paljas from Dutch to Swedish

paljas:

paljas [de ~ (m)] noun

  1. de paljas (olijkerd; guit)
    skälm; landstrykare; skojare; bov; lymmel; kanalje
  2. de paljas (grappenmaker; uilenspiegel; guit; )
    komiker; narr; clown

Translation Matrix for paljas:

NounRelated TranslationsOther Translations
bov guit; olijkerd; paljas bandiet; boef; boosdoener; booswicht; deugniet; ellendeling; fielt; guit; kaffer; klier; kreng; mispunt; onverlaat; picaro; rakker; rotvent; schavuit; schelm; schobbejak; schoft; schurk; slechtaard; smeerlap; snaak; snertvent; snoodaard; spitsboef; stinkerd; stuk ongeluk
clown grappenmaker; guit; komiek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; snaak; uilenspiegel clown; gek; grapjas; grappenmaker; hansworst; harlekijn; komiek; kwast; kwibus; lolbroek; nar; pierrot; potsenmaker; zot
kanalje guit; olijkerd; paljas bengel; boefje; deugniet; guit; jongens; kwajongen; ondeugd; rakker; rakkers; schavuit; schelm; snaak; stinkerd; vlegel
komiker grappenmaker; guit; komiek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; snaak; uilenspiegel cabaretier; grapjas; grappenmaker; grappenmakers; komedianten; komiek; komieken; lolbroek; paljassen
landstrykare guit; olijkerd; paljas landloper; vagebond; zwerver
lymmel guit; olijkerd; paljas bengel; boefje; deugniet; donderstraal; guit; jongen; jongens; kwajongen; ondeugd; picaro; rakker; rakkers; rekel; schavuit; schelm; snaak; stinkerd; vlegel
narr grappenmaker; guit; komiek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; snaak; uilenspiegel dwaas; gek; idioot; imbeciel
skojare guit; olijkerd; paljas aartsbedrieger; aartsleugenaar; achterbakse personen; bengel; boefje; deugniet; doortrapte leugenaar; flessentrekkers; gladjanussen; grappenmakers; jongens; knoeier; koekenbakker; koekhakker; komedianten; komieken; kwajongen; mooipraters; onbetrouwbare kerels; ondeugd; paljassen; picaro; rakkers; schavuit; schelm; schoeljes; sjoemelaar; sjoemelaars; smiechten; vlegel; vleiers
skälm guit; olijkerd; paljas bengel; boefje; deugniet; guit; jongens; kwajongen; ondeugd; rakker; rakkers; schavuit; schelm; snaak; stinkerd; vlegel

Related Words for "paljas":


Wiktionary Translations for paljas:


Cross Translation:
FromToVia
paljas spefågel; gyckelmakare; muntergök Spaßvogeljemand, der mit seinen lustigen Einfällen und Späßen andere gerne erheitert