Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- protesteren:
-
Wiktionary:
- protesteren → invända, protestera, motsätta sig, inlägga, protest
Dutch
Detailed Translations for protesteren from Dutch to Swedish
protesteren:
-
protesteren (tegenspreken; tegenwerpen; weerspreken)
-
protesteren (tegensputteren; sputteren; tegenpruttelen)
-
protesteren (tegenspartelen; verzetten; tegenstribbelen)
Conjugations for protesteren:
o.t.t.
- protesteer
- protesteert
- protesteert
- protesteren
- portesteren
- protesteren
o.v.t.
- protesteerde
- protesteerde
- protesteerde
- protesteerden
- protesteerden
- protesteerden
v.t.t.
- heb geprotesteerd
- hebt geprotesteerd
- heeft geprotesteerd
- hebben geprotesteerd
- hebben geprotesteerd
- hebben geprotesteerd
v.v.t.
- had geprotesteerd
- had geprotesteerd
- had geprotesteerd
- hadden geprotesteerd
- hadden geprotesteerd
- hadden geprotesteerd
o.t.t.t.
- zal protesteren
- zult protesteren
- zal protesteren
- zullen protesteren
- zullen protesteren
- zullen protesteren
o.v.t.t.
- zou protesteren
- zou protesteren
- zou protesteren
- zouden protesteren
- zouden protesteren
- zouden protesteren
diversen
- protesteer!
- protesteert!
- geprotesteerd
- protesterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for protesteren:
Wiktionary Translations for protesteren:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• protesteren | → invända; protestera; motsätta sig | ↔ object — disagree with something or someone |
• protesteren | → inlägga; protest; protestera | ↔ protest — to make a strong objection |