Summary


Dutch

Detailed Translations for randen from Dutch to Swedish

randen:

randen [de ~] noun, plural

  1. de randen (kanten; richels)
    kanter

Translation Matrix for randen:

NounRelated TranslationsOther Translations
kanter kanten; randen; richels bermen

Related Words for "randen":


randen form of rand:

rand [de ~ (m)] noun

  1. de rand (omlijsting; kader; raam; lijst)
    inramning
  2. de rand (richel)
  3. de rand (zijkant; kant)
    kant; rand; skarp kant
  4. de rand (zoom)
    sömm
  5. de rand (omranding; kader; lijst)
  6. de rand

Translation Matrix for rand:

NounRelated TranslationsOther Translations
bergkam rand; richel dakvorst; nok; top
inramning kader; lijst; omlijsting; raam; rand
inramnings arbete kader; lijst; omranding; rand
kant kant; rand; zijkant boordsel; galon; hoekschop; kant; omzoming; oplegsel; passement; randje; vrije ruimte; zij; zijde
rand kant; rand; zijkant lijn; linie; randje; streep
skarp kant kant; rand; zijkant
sömm rand; zoom
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- kant
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
kantlinje rand

Related Words for "rand":


Synonyms for "rand":


Related Definitions for "rand":

  1. buitenste strook1
    • hij ging op de rand van het bed zitten1
  2. bovenste gedeelte van hol of diep iets1
    • het glas is tot de rand gevuld1

Wiktionary Translations for rand:


Cross Translation:
FromToVia
rand rand edge — boundary line of a surface
rand gränstrakt; utkant; periferi; ytterområde; rand fringe — peripheral part
rand rand; kant rim — edge around something
rand brätte; bräm Krempeunterer, wegstehender Rand eines Hutes