Dutch
Detailed Translations for roem from Dutch to Swedish
roem:
Translation Matrix for roem:
Noun | Related Translations | Other Translations |
ära | roem | buiging; eer; eerbetoon; eerbewijs; eergevoel; ere; prijs; trots |
Verb | Related Translations | Other Translations |
ära | eer aandoen; eer bewijzen; eren; hulde bewijzen; huldigen; in ere houden |
Related Words for "roem":
roemen:
-
roemen (zich lovend uitlaten; loven; prijzen; vereren)
Conjugations for roemen:
o.t.t.
- roem
- roemt
- roemt
- roemen
- roemen
- roemen
o.v.t.
- roemde
- roemde
- roemde
- roemden
- roemden
- roemden
v.t.t.
- ben geroemd
- bent geroemd
- is geroemd
- zijn geroemd
- zijn geroemd
- zijn geroemd
v.v.t.
- was geroemd
- was geroemd
- was geroemd
- waren geroemd
- waren geroemd
- waren geroemd
o.t.t.t.
- zal roemen
- zult roemen
- zal roemen
- zullen roemen
- zullen roemen
- zullen roemen
o.v.t.t.
- zou roemen
- zou roemen
- zou roemen
- zouden roemen
- zouden roemen
- zouden roemen
diversen
- roem!
- roemt!
- geroemd
- roemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
roemen (verheerlijken; prijzen)
Translation Matrix for roemen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
älskade | prijzen; roemen; verheerlijken | beminde; duifje; geliefde; hartje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; schatteboutje; scheetje; snoes; troetels; vriendin |
Verb | Related Translations | Other Translations |
högt värdera någon | loven; prijzen; roemen; vereren; zich lovend uitlaten | |
lovprisa någon | loven; prijzen; roemen; vereren; zich lovend uitlaten | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
älskade | bevallig; lief |