Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. stenig:
  2. stenigen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stenig from Dutch to Swedish

stenig:

stenig adj

  1. stenig

Translation Matrix for stenig:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
stenig stenig klippig; met veel stenen; steenachtig
stenigt stenig klippig; met veel stenen; op steen lijkend; steenachtig

Related Words for "stenig":

  • stenige

stenig form of stenigen:

stenigen verb (stenig, stenigt, stenigde, stenigden, gestenigd)

  1. stenigen
    stena
    • stena verb (stenar, stenade, stenat)

Conjugations for stenigen:

o.t.t.
  1. stenig
  2. stenigt
  3. stenigt
  4. stenigen
  5. stenigen
  6. stenigen
o.v.t.
  1. stenigde
  2. stenigde
  3. stenigde
  4. stenigden
  5. stenigden
  6. stenigden
v.t.t.
  1. heb gestenigd
  2. hebt gestenigd
  3. heeft gestenigd
  4. hebben gestenigd
  5. hebben gestenigd
  6. hebben gestenigd
v.v.t.
  1. had gestenigd
  2. had gestenigd
  3. had gestenigd
  4. hadden gestenigd
  5. hadden gestenigd
  6. hadden gestenigd
o.t.t.t.
  1. zal stenigen
  2. zult stenigen
  3. zal stenigen
  4. zullen stenigen
  5. zullen stenigen
  6. zullen stenigen
o.v.t.t.
  1. zou stenigen
  2. zou stenigen
  3. zou stenigen
  4. zouden stenigen
  5. zouden stenigen
  6. zouden stenigen
en verder
  1. ben gestenigd
  2. bent gestenigd
  3. is gestenigd
  4. zijn gestenigd
  5. zijn gestenigd
  6. zijn gestenigd
diversen
  1. stenig!
  2. stenigt!
  3. gestenigd
  4. stenigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for stenigen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
stena stenigen met stenen bekogelen; ontpitten; pitten

Wiktionary Translations for stenigen:


Cross Translation:
FromToVia
stenigen stena stone — kill by pelting with stones
stenigen stena lapidertuer à coups de pierres, supplice qui était en usage en Orient et particulièrement chez les juifs.