Dutch

Detailed Translations for stukken from Dutch to Swedish

stukken:

stukken [de ~] noun, plural

  1. de stukken (porties; delen; segmenten; )
  2. de stukken (certificaten; aktes; documenten)
    intyg

Translation Matrix for stukken:

NounRelated TranslationsOther Translations
andelar barrels; delen; parten; partjes; porties; segmenten; stukken
bitar barrels; delen; parten; partjes; porties; segmenten; stukken hoeveelheid bits; knipjes
delar barrels; delen; parten; partjes; porties; segmenten; stukken
intyg aktes; certificaten; documenten; stukken diploma
portioner barrels; delen; parten; partjes; porties; segmenten; stukken

Related Words for "stukken":


stuk:

stuk [het ~] noun

  1. het stuk (gedeelte; deel; part; fractie)
    bit; del
    • bit [-en] noun
    • del [-en] noun
  2. het stuk (basisbestanddeel; onderdeel; component; )
    element; del; beståndsdel; ingrediens
  3. het stuk (spetter; kanjer)
  4. het stuk (toneelstuk; schouwspel; drama)
    skådespel
  5. het stuk (gewichtstuk; kanon)
    kanon; artilleri
  6. het stuk (mooi persoon)
  7. het stuk (publicatie; artikel)

Translation Matrix for stuk:

NounRelated TranslationsOther Translations
artilleri gewichtstuk; kanon; stuk geschut; geschutbedding; geschutstand; geschutstelling; kanonnen
beståndsdel basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk
bit deel; fractie; gedeelte; part; stuk aanbijten; bit; breuk; breukgetal; brok; brokje; eindje; fiche; fragmentje; groot en dik stuk; homp; klein stukje; klompje; klont; klonter; klontertje; klontje; knauw; moot; partje; plak; plakje; schijfje; snippertje; stukje; suikerklontje; tranche
del basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; gedeelte; ingrediënt; onderdeel; part; stuk aandeel; brokje; deel; deeltje; eindje; fragmentje; klein stukje; label; onderdeeltje; part; partje; plakje; portie; schijfje; segment; snippertje; stukje
element basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk element; koelmantel; radiateur; radiator
ingrediens basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk
jättesensation kanjer; spetter; stuk
kanon gewichtstuk; kanon; stuk canon
publikation artikel; publicatie; stuk openbaarmaking; openbare publicatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte
skadad geestelijk geraakte; gekwetste; gewonde
skrift artikel; publicatie; stuk document; geschreven letter; geschreven stuk; geschrevene; geschrift; opstel; schriftgeleerde; schriftuur; script; scriptie; tekst; verhandeling; verslag; werkstuk
skådespel drama; schouwspel; stuk; toneelstuk kijkstuk; schouwspel; schouwtoneel; spektakel; spektakelstuk
trasigt feil; fout; incorrectheid; onjuistheid
tryckalster artikel; publicatie; stuk afdruk; print
underbar människa mooi persoon; stuk
vrålsnygg sak kanjer; spetter; stuk
- artikel; deel; eind; element; gedeelte; part
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- kapot
ModifierRelated TranslationsOther Translations
bruten aan scherven; beschadigd; gebarsten; gebroken; kapot; stuk gebroken; geknikt; verbroken
brutet beschadigd; gebarsten; kapot; stuk gebroken; geknikt; verbroken
degraderad aan scherven; gebroken; kapot; stuk
funkar ej buiten gebruik; defect; onklaar; stuk
i bitar aan scherven; aan stukken; defect; gebroken; in stukken; kapot; onklaar; stuk broksgewijze
i kras aan stukken; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk
kaputt aan scherven; aan stukken; defect; gebroken; in stukken; kapot; onklaar; stuk
krossad aan stukken; defect; gebroken; in stukken; kapot; onklaar; stuk gekruist; verbrijzeld
krossat aan stukken; defect; gebroken; in stukken; kapot; onklaar; stuk gekruist; verbrijzeld
skadad beschadigd; gebarsten; kapot; stuk gekwetst; gewond
skadat beschadigd; gebarsten; kapot; stuk aan flarden; aangeslagen; gehavend; gewond
sönder aan scherven; aan stukken; buiten gebruik; defect; gebroken; in stukken; kapot; onklaar; stuk
sönderslaget aan stukken; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk
trasig aan scherven; aan stukken; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk aan flarden; gebroken; stukgebroken; verbroken
trasigt aan stukken; beschadigd; buiten gebruik; defect; gebarsten; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; onklaar; stuk aan flarden; gebroken; stukgebroken; verbroken

Related Words for "stuk":


Synonyms for "stuk":


Antonyms for "stuk":


Related Definitions for "stuk":

  1. tekst in krant of tijdschrift1
    • hij schreef een stuk over kindermishandeling1
  2. wat kleiner is dan het totaal1
    • wil je ook een stuk taart?1
  3. bepaalde afstand of lengte1
    • ik heb een stuk hardgelopen1
  4. niet meer heel, niet meer werkend1
    • het broodrooster is stuk1
  5. man of vrouw met mooi lichaam1
    • ik vind die verloofde van jou een echt stuk!1
  6. exemplaar van iets1
    • hoeveel stuks wilt u?1
  7. grote hoeveelheid, veel1
    • hij is een stuk groter dan zijn broer1
  8. kunstwerk met muziek of toneel1
    • ze spelen een stuk van Mozart1
  9. papieren voor een vergadering1
    • heb jij alle stukken bij je?1

Wiktionary Translations for stuk:


Cross Translation:
FromToVia
stuk bit; lite bit — portion
stuk kaka cake — a block of solid material
stuk bit chunk — a part of something
stuk smula morsel — small fragment
stuk stycke; bit piece — part of a larger whole
stuk pjäs play — theatrical performance
stuk pjäs stone — piece of hard material used in board games
stuk bit Endeumgangssprachlich ein Stück, ein Teil
stuk stycke; pjäs Stück — ein Teil eines Ganzen
stuk stycke; pjäs Stückohne Plural: allgemeiner Zahlklassifikator für Dinge, Pflanzen, Tiere
stuk stycke; pjäs Stück — ein Einzelnes von Dingen gleicher Art und Beschaffenheit
stuk del Teiloft im Zusammenhang mit leblosen Gegenständen: ein Element, Stück eines Ganzen
stuk stycke; avsnitt Abschnitt — ein Teil eines Textes
stuk skönhet beauté — Qualité de ce qui est beau, de ce qui est esthétique à la perception
stuk tegelsten brique — maçonnerie|fr bloc de pierre artificielle fabriquer avec de la terre argileux pétrir, mouler, sécher, cuire, et dont on se servir comme matériau de construction.
stuk aktstycke; dokument documentécrit qui sert de preuve ou de renseignement.

External Machine Translations:

Related Translations for stukken