Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- surveilleren:
-
Wiktionary:
- surveilleren → kontrollera, övervaka, besiktiga
Dutch
Detailed Translations for surveilleren from Dutch to Swedish
surveilleren:
-
surveilleren (toezicht houden; bewaken; toezien)
Conjugations for surveilleren:
o.t.t.
- surveilleer
- surveilleert
- surveilleert
- surveilleren
- surveilleren
- surveilleren
o.v.t.
- surveilleerde
- surveilleerde
- surveilleerde
- surveilleerden
- surveilleerden
- surveilleerden
v.t.t.
- heb gesurveilleerd
- hebt gesurveilleerd
- heeft gesurveilleerd
- hebben gesurveilleerd
- hebben gesurveilleerd
- hebben gesurveilleerd
v.v.t.
- had gesurveilleerd
- had gesurveilleerd
- had gesurveilleerd
- hadden gesurveilleerd
- hadden gesurveilleerd
- hadden gesurveilleerd
o.t.t.t.
- zal surveilleren
- zult surveilleren
- zal surveilleren
- zullen surveilleren
- zullen surveilleren
- zullen surveilleren
o.v.t.t.
- zou surveilleren
- zou surveilleren
- zou surveilleren
- zouden surveilleren
- zouden surveilleren
- zouden surveilleren
en verder
- ben gesurveilleerd
- bent gesurveilleerd
- is gesurveilleerd
- zijn gesurveilleerd
- zijn gesurveilleerd
- zijn gesurveilleerd
diversen
- surveilleer!
- surveilleert!
- gesurveilleerd
- surveillerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for surveilleren:
Related Definitions for "surveilleren":
Wiktionary Translations for surveilleren:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• surveilleren | → kontrollera; övervaka | ↔ monitor — watch over, guard |
• surveilleren | → övervaka | ↔ surveiller — observer avec attention ; examiner ; contrôler. |
• surveilleren | → besiktiga; kontrollera | ↔ vérifier — examiner, rechercher si une chose est vraie, si elle est telle qu’elle doit être ou qu’on l’déclarer. |