Dutch
Detailed Translations for verdwenen from Dutch to Swedish
verdwenen:
Translation Matrix for verdwenen:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
försvunnen | foetsie; verdwenen; weg | loos; met de noorderzon vertrokken; zoekgeraakt |
försvunnet | foetsie; verdwenen; weg | loos; zoekgeraakt |
verdwenen form of verdwijnen:
-
verdwijnen
-
verdwijnen (afreizen; verlaten; wegtrekken; heengaan; wegreizen)
Conjugations for verdwijnen:
o.t.t.
- verdwijn
- verdwijnt
- verdwijnt
- verdwijnen
- verdwijnen
- verdwijnen
o.v.t.
- verdween
- verdween
- verdween
- verdwenen
- verdwenen
- verdwenen
v.t.t.
- ben verdwenen
- bent verdwenen
- is verdwenen
- zijn verdwenen
- zijn verdwenen
- zijn verdwenen
v.v.t.
- was verdwenen
- was verdwenen
- was verdwenen
- waren verdwenen
- waren verdwenen
- waren verdwenen
o.t.t.t.
- zal verdwijnen
- zult verdwijnen
- zal verdwijnen
- zullen verdwijnen
- zullen verdwijnen
- zullen verdwijnen
o.v.t.t.
- zou verdwijnen
- zou verdwijnen
- zou verdwijnen
- zouden verdwijnen
- zouden verdwijnen
- zouden verdwijnen
diversen
- verdwijn!
- verdwijnt!
- verdwenen
- verdwijnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
verdwijnen (verdwijning)
Translation Matrix for verdwijnen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
avresa | afreis; vertrek | |
försvinnande | verdwijnen; verdwijning | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
avresa | afreizen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken | afsteken; afvaren; gaan; heengaan; opbreken; opstappen; vertrekken; weggaan; wegvaren |
försvinna | verdwijnen | bekijken; dood kunnen vallen; er tussenuit knijpen; er vandoor gaan; inrukken; opdonderen; ophoepelen; opkrassen; oplazeren; vervluchtigen; wegslinken; zoekraken |
- | overgaan |
Synonyms for "verdwijnen":
Antonyms for "verdwijnen":
Related Definitions for "verdwijnen":
Wiktionary Translations for verdwijnen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verdwijnen | → försvinna | ↔ disappear — to vanish |
• verdwijnen | → försvinna | ↔ go — to disappear (jump) |
• verdwijnen | → försvinna | ↔ vanish — become invisible or to move out of view unnoticed |
• verdwijnen | → försvinna | ↔ verschwinden — aufhören zu existieren, sich in Nichts auflösen |
• verdwijnen | → försvinna | ↔ verschwinden — den wahrnehmbaren Bereich verlassen |
• verdwijnen | → försvinna | ↔ verschwinden — verloren gehen |