Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. verkrachten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verkrachten from Dutch to Swedish

verkrachten:

verkrachten verb (verkracht, verkrachtte, verkrachtten, verkracht)

  1. verkrachten (aanranden)
    våldta
    • våldta verb (våldtar, våldtog, våldtagit)

Conjugations for verkrachten:

o.t.t.
  1. verkracht
  2. verkracht
  3. verkracht
  4. verkrachten
  5. verkrachten
  6. verkrachten
o.v.t.
  1. verkrachtte
  2. verkrachtte
  3. verkrachtte
  4. verkrachtten
  5. verkrachtten
  6. verkrachtten
v.t.t.
  1. heb verkracht
  2. hebt verkracht
  3. heeft verkracht
  4. hebben verkracht
  5. hebben verkracht
  6. hebben verkracht
v.v.t.
  1. had verkracht
  2. had verkracht
  3. had verkracht
  4. hadden verkracht
  5. hadden verkracht
  6. hadden verkracht
o.t.t.t.
  1. zal verkrachten
  2. zult verkrachten
  3. zal verkrachten
  4. zullen verkrachten
  5. zullen verkrachten
  6. zullen verkrachten
o.v.t.t.
  1. zou verkrachten
  2. zou verkrachten
  3. zou verkrachten
  4. zouden verkrachten
  5. zouden verkrachten
  6. zouden verkrachten
diversen
  1. verkracht!
  2. verkracht!
  3. verkracht
  4. verkrachtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verkrachten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
våldta aanranden; verkrachten

Related Definitions for "verkrachten":

  1. met geweld dwingen tot geslachtsgemeenschap1
    • het meisje werd door drie mannen verkracht1
  2. op grove manier overtreden1
    • hier wordt de wet verkracht1

Wiktionary Translations for verkrachten:


Cross Translation:
FromToVia
verkrachten våldtäkt Vergewaltigung — (Straftat) sexueller Übergriff, bei der eine Person gegen ihren ausdrücklichen Willen gezwungen wird
verkrachten våldta rape — force sexual intercourse