Dutch
Detailed Translations for vermaak from Dutch to Swedish
vermaak:
-
het vermaak (vertier; amusement; verstrooiing; vermakelijkheid)
Translation Matrix for vermaak:
Noun | Related Translations | Other Translations |
förströelse | amusement; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier | afleiding; afleidingsmanoeuvre; distractie |
underhållning | amusement; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier | entertainment |
vermaak form of vermaken:
-
vermaken (iemand amuseren; bezig houden)
-
vermaken (legateren; nalaten; vererven)
-
vermaken (iemand iets nalaten; nalaten)
Conjugations for vermaken:
o.t.t.
- vermaak
- vermaakt
- vermaakt
- vermaken
- vermaken
- vermaken
o.v.t.
- vermaakde
- vermaakde
- vermaakde
- vermaakden
- vermaakden
- vermaakden
v.t.t.
- heb vermaakt
- hebt vermaakt
- heeft vermaakt
- hebben vermaakt
- hebben vermaakt
- hebben vermaakt
v.v.t.
- had vermaakt
- had vermaakt
- had vermaakt
- hadden vermaakt
- hadden vermaakt
- hadden vermaakt
o.t.t.t.
- zal vermaken
- zult vermaken
- zal vermaken
- zullen vermaken
- zullen vermaken
- zullen vermaken
o.v.t.t.
- zou vermaken
- zou vermaken
- zou vermaken
- zouden vermaken
- zouden vermaken
- zouden vermaken
diversen
- vermaak!
- vermaakt!
- vermaakt
- vermakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het vermaken (amuseren)
Translation Matrix for vermaken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
underhållande | amuseren; vermaken | amuseren; conferencier; instandhouden; kost; onderhoud; onderhoudsgeld; voedsel |
Verb | Related Translations | Other Translations |
lämna bakom sig | iemand iets nalaten; nalaten; vermaken | achterlaten; nalaten |
låta ligga kvar | legateren; nalaten; vererven; vermaken | |
underhålla någon | bezig houden; iemand amuseren; vermaken | |
underhållande | staande houden | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
underhållande | amusant; gehandhaafd; onderhoudend; vermakelijk |
Wiktionary Translations for vermaken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vermaken | → underhålla | ↔ entertain — to amuse |
• vermaken | → roa | ↔ amuser — divertir par des choses agréables. |
• vermaken | → förvandla; förväxla; förändra; växla | ↔ transformer — métamorphoser, donner à une personne ou à une chose une autre forme que celle qui lui est propre ou qu’elle avait précédemment. |