Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. versmading:


Dutch

Detailed Translations for versmading from Dutch to Swedish

versmading:

versmading [de ~ (v)] noun

  1. de versmading
    förakt; hån; spotskhet

Translation Matrix for versmading:

NounRelated TranslationsOther Translations
förakt versmading bespotting; geringschatting; gespot; hoon; ironie; minachting; sarcasme; schamperheid; spot; spotternij; verachting
hån versmading aanfluiting; belediging; beschimping; bespotting; gespot; hoon; hoongelach; ironie; sarcasme; schamp; schamperheid; smaad; spot; spotternij
spotskhet versmading schamperheid