Dutch
Detailed Translations for verwelkomen from Dutch to Swedish
verwelkomen:
-
verwelkomen (welkom heten)
Conjugations for verwelkomen:
o.t.t.
- verwelkom
- verwelkomt
- verwelkomt
- verwelkomen
- verwelkomen
- verwelkomen
o.v.t.
- verwelkomde
- verwelkomde
- verwelkomde
- verwelkomden
- verwelkomden
- verwelkomden
v.t.t.
- heb verwelkomd
- hebt verwelkomd
- heeft verwelkomd
- hebben verwelkomd
- hebben verwelkomd
- hebben verwelkomd
v.v.t.
- had verwelkomd
- had verwelkomd
- had verwelkomd
- hadden verwelkomd
- hadden verwelkomd
- hadden verwelkomd
o.t.t.t.
- zal verwelkomen
- zult verwelkomen
- zal verwelkomen
- zullen verwelkomen
- zullen verwelkomen
- zullen verwelkomen
o.v.t.t.
- zou verwelkomen
- zou verwelkomen
- zou verwelkomen
- zouden verwelkomen
- zouden verwelkomen
- zouden verwelkomen
diversen
- verwelkom!
- verwelkomt!
- verwelkomd
- verwelkomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verwelkomen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
hälsa välkommen | verwelkomen; welkom heten | begroeten; gedag zeggen; groeten |
Wiktionary Translations for verwelkomen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verwelkomen | → välkomna | ↔ welcome — affirm or greet the arrival of someone |
• verwelkomen | → välkomna | ↔ welcome — to accept willingly |
• verwelkomen | → vänlig | ↔ accueillant — Qui fait bon accueil. |