Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. vrolijker worden:


Dutch

Detailed Translations for vrolijker worden from Dutch to Swedish

vrolijker worden:

vrolijker worden verb

  1. vrolijker worden (opmonteren; blij maken; opfleuren; verkwikken)
    uppmuntra; göra glad; muntra upp
    • uppmuntra verb (uppmuntrar, uppmuntrade, uppmuntrat)
    • göra glad verb (gör glad, gjorde glad, gjort glad)
    • muntra upp verb (muntrar upp, muntrade upp, muntrat upp)

Translation Matrix for vrolijker worden:

NounRelated TranslationsOther Translations
uppmuntra bemoedigingen
VerbRelated TranslationsOther Translations
göra glad blij maken; opfleuren; opmonteren; verkwikken; vrolijker worden verheugen
muntra upp blij maken; opfleuren; opmonteren; verkwikken; vrolijker worden
uppmuntra blij maken; opfleuren; opmonteren; verkwikken; vrolijker worden aanmoedigen; aanvuren; aanzetten tot; bejubelen; bemoedigen; bezielen; geruststellen; iemand begunstigen; instigeren; moed inspreken; motiveren; opbeuren; provoceren; stimuleren; toejuichen; toemoedigen; voorschuiven; voortrekken
ModifierRelated TranslationsOther Translations
uppmuntra opgekikkerd; opgeknapt

Related Translations for vrolijker worden