Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. werkplek:


Dutch

Detailed Translations for werkplek from Dutch to Swedish

werkplek:

werkplek [de ~] noun

  1. de werkplek (plek van werken)
  2. de werkplek (werkkring; baan; werk)
    arbete
  3. de werkplek

Translation Matrix for werkplek:

NounRelated TranslationsOther Translations
arbete baan; werk; werkkring; werkplek activiteit; ambacht; ambt; arbeid; baan; baantje; bedrijvigheid; beroep; bezigheid; dienstbetrekking; functie; inspanning; job; karwei; positie; professie; taak; vak; werk; werkgelegenheid; werkzaamheid
arbetsplats plek van werken; werkplek bureau; lessenaar; schrijfbureau; schrijftafel; werkgelegenheid; werkhuis
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
arbetsyta werkplek kladgebied; pasteboard; tekenpapier; werkruimte

Related Words for "werkplek":

  • werkplekken