Summary
Swedish to Dutch:   more detail...
  1. pakt:
  2. Wiktionary:
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. pakken:
  2. Wiktionary:


Swedish

Detailed Translations for pakt from Swedish to Dutch

pakt:

pakt [-en] noun

  1. pakt (allians; koalition; broderskap)
    de vereniging; het genootschap; de sociëteit; de bond; de broederschap
  2. pakt
    het traktaat
  3. pakt (överenskommelse; allians; union)
    het bondgenootschap; de liga; het verbond; het verdrag; de federatie; de binding; het akkoord; het pact; de bond; de band; de unie

Translation Matrix for pakt:

NounRelated TranslationsOther Translations
akkoord allians; pakt; union; överenskommelse acceptation; lov; tillstånd; uppgörelse; överenskommelse
band allians; pakt; union; överenskommelse band; bok; bok att läsa; bundenhet; förbindelse; förbindelseled; förhållande; länk; mellanled; relation; samband; släktskap; tejp; volym
binding allians; pakt; union; överenskommelse band; bindning; bundenhet; förbindelse; förbindelseled; länk; mellanled; släktskap
bond allians; broderskap; koalition; pakt; union; överenskommelse allians; brödraskap; cirkel; förbindelse; förbund; förening; gille; klubb; krets; samfund; sammanslutning; sydstatare; sällskap
bondgenootschap allians; pakt; union; överenskommelse allians; brödraskap; förbindelse
broederschap allians; broderskap; koalition; pakt korporation; kår; samfund
federatie allians; pakt; union; överenskommelse federation; sydstatare
genootschap allians; broderskap; koalition; pakt
liga allians; pakt; union; överenskommelse sydstatare
pact allians; pakt; union; överenskommelse
sociëteit allians; broderskap; koalition; pakt förening; skara; societet; sällskap
traktaat pakt
unie allians; pakt; union; överenskommelse cirkel; förbund; förening; gille; klubb; koalition; krets; samfund; sammanslutning; sydstatare; sällskap
verbond allians; pakt; union; överenskommelse allians; brödraskap; förbindelse; förbund; förening; koalition; sammanslutning
verdrag allians; pakt; union; överenskommelse
vereniging allians; broderskap; koalition; pakt cirkel; förbund; förening; gille; klubb; krets; samfund; sammanslutning; sällskap
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
band band; värdeområde
OtherRelated TranslationsOther Translations
akkoord bra; okej
ModifierRelated TranslationsOther Translations
akkoord i ordning; korrekt

Synonyms for "pakt":


Wiktionary Translations for pakt:


Cross Translation:
FromToVia
pakt pakt PaktRecht, Völkerrecht: ein Vertrag (heute meist politisch zwischen Staaten), Abkommen
pakt pact pact — an agreement; a league; a compact; a covenant

External Machine Translations:


Dutch

Detailed Translations for pakt from Dutch to Swedish

pakt form of pakken:

pakken verb (pak, pakt, pakte, pakten, gepakt)

  1. pakken (halen)
    ; ta
    • verb (får, fick, fått)
    • ta verb (tar, tog, tagit)
  2. pakken (grijpen; vangen; verstrikken; vatten; klauwen)
    gripa; fånga; ta fast
    • gripa verb (griper, grep, gripit)
    • fånga verb (fångar, fångade, fångat)
    • ta fast verb (tar fast, tog fast, tagit fast)
  3. pakken (nemen)
    ta
    • ta verb (tar, tog, tagit)

Conjugations for pakken:

o.t.t.
  1. pak
  2. pakt
  3. pakt
  4. pakken
  5. pakken
  6. pakken
o.v.t.
  1. pakte
  2. pakte
  3. pakte
  4. pakten
  5. pakten
  6. pakten
v.t.t.
  1. heb gepakt
  2. hebt gepakt
  3. heeft gepakt
  4. hebben gepakt
  5. hebben gepakt
  6. hebben gepakt
v.v.t.
  1. had gepakt
  2. had gepakt
  3. had gepakt
  4. hadden gepakt
  5. hadden gepakt
  6. hadden gepakt
o.t.t.t.
  1. zal pakken
  2. zult pakken
  3. zal pakken
  4. zullen pakken
  5. zullen pakken
  6. zullen pakken
o.v.t.t.
  1. zou pakken
  2. zou pakken
  3. zou pakken
  4. zouden pakken
  5. zouden pakken
  6. zouden pakken
en verder
  1. ben gepakt
  2. bent gepakt
  3. is gepakt
  4. zijn gepakt
  5. zijn gepakt
  6. zijn gepakt
diversen
  1. pak!
  2. pakt!
  3. gepakt
  4. pakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for pakken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
halen; pakken believen; moeten; mogen; onverlangd krijgen; opdoen; oplopen; willen
fånga grijpen; klauwen; pakken; vangen; vatten; verstrikken aanhouden; aanklampen; arresteren; beetgrijpen; beetpakken; betrappen; buitmaken; gevangennemen; grijpen; heroveren; inpakken; inpalmen; inrekenen; naar zich toe trekken; oppakken; opvangen; snappen; vangen; vastklampen; vastpakken; wat neervalt opvangen
gripa grijpen; klauwen; pakken; vangen; vatten; verstrikken aanhouden; arresteren; buitmaken; gevangennemen; iets bemachtigen; inrekenen; oppakken; te pakken krijgen; vangen; verkrijgen
ta halen; nemen; pakken aanklampen; beetgrijpen; beetpakken; grijpen; kiezen; naartoe brengen; schiften; selecteren; selectie toepassen; uitkiezen; uitpikken; uitzoeken; vastklampen; vastpakken; welgevallen; ziften
ta fast grijpen; klauwen; pakken; vangen; vatten; verstrikken
- houden; nemen
OtherRelated TranslationsOther Translations
weinig
ModifierRelated TranslationsOther Translations
luttel; weinig

Related Words for "pakken":


Synonyms for "pakken":


Antonyms for "pakken":


Related Definitions for "pakken":

  1. vast blijven zitten1
    • deze lijm pakt niet1
  2. alles wat je mee wilt nemen, erin doen1
    • ik moet mijn koffer nog pakken1
  3. het grijpen of tevoorschijn halen1
    • pak maar een koekje1

Wiktionary Translations for pakken:


Cross Translation:
FromToVia
pakken ; skaffa get — obtain
pakken gripa; fånga; tillskansa seize — grab
pakken fatta; gripa; ta; tag; hålla take — to grab with the hands
pakken erhålla; bekommen — (transitiv) etwas empfangen, etwas erhalten, etwas erlangen, etwas (oder einen Zustand) erreichen
pakken ska ha; vill ha bekommen — (transitiv) wie viel ist zu zahlen, was wird gewünscht?
pakken ; erhålla bekommen — (transitiv) sich einer Person oder Sache bemächtigen
pakken ta fast; fånga erwischen — jemanden oder etwas in die Hand, in die Gewalt, zu fassen bekommen, festhalten
pakken ta; taga nehmen — eine Sache greifen
pakken fånga capturers’emparer d’un être vivant ou d’une chose.


Wiktionary Translations for pakt:


Cross Translation:
FromToVia
pakt pakt PaktRecht, Völkerrecht: ein Vertrag (heute meist politisch zwischen Staaten), Abkommen

External Machine Translations: