Summary
Swedish to Dutch: more detail...
-
biträda:
-
Wiktionary:
biträda → helpen, baten, bijstaan, ter zijde staan, assisteren
-
Wiktionary:
Swedish
Detailed Translations for biträda from Swedish to Dutch
biträda: (*Using Word and Sentence Splitter)
- bit: deel; stuk; gedeelte; part; fractie; plak; moot; tranche; stukje; breuk; fiche; brok; klontje; plakje; suikerklontje; klont; schijfje; brokje; klonter; eindje; homp; aanbijten; partje; klompje; fragmentje; klein stukje; knauw; snippertje; breukgetal; klontertje; groot en dik stuk; bit
- råda: heersen; de overhand hebben; heerschappij voeren; aanbevelen; voordragen; nomineren; iemand recommanderen; aanraden; adviseren; overheersen; domineren; van raad dienen; raadgeven
- bita: happen; toehappen; toebijten; dichtbijten; toesnauwen; snerpen
Spelling Suggestions for: biträda
Wiktionary Translations for biträda:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• biträda | → helpen; baten; bijstaan; ter zijde staan; assisteren | ↔ aider — faciliter l’accomplissement d’une action. |
• biträda | → baten; bijstaan; helpen; ter zijde staan; assisteren | ↔ secourir — aider ; courir à l’aide de quelqu’un ; prêter assistance à qui en avoir besoin de. |
External Machine Translations:
Dutch
Detailed Translations for biträda from Dutch to Swedish
biträda: (*Using Word and Sentence Splitter)
Spelling Suggestions for: biträda
External Machine Translations: