Summary
Swedish to Dutch: more detail...
- inkomst:
-
Wiktionary:
- inkomst → inkomen, ontvangsten, inkomsten
Dutch to Swedish: more detail...
Swedish
Detailed Translations for inkomst from Swedish to Dutch
inkomst:
-
inkomst (lön; betalning; avlöning)
het honorarium; het salaris; het loon; de bezoldiging; de verdienste; de gage; het arbeidsloon; het traktement; de soldij; de wedde -
inkomst (lön; betalning)
-
inkomst (frukten av ens arbete)
-
inkomst
-
inkomst
Translation Matrix for inkomst:
Synonyms for "inkomst":
Wiktionary Translations for inkomst:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• inkomst | → inkomen | ↔ income — Money one earns by working or by capitalising on the work of others |
• inkomst | → ontvangsten; inkomsten | ↔ receipt — amount received |
• inkomst | → inkomen | ↔ Einkommen — das Geld, das jemand in einem bestimmten Zeitraum bekommt, meist als Lohn, Gehalt oder als Gewinn aus Geschäften; Einkünfte |
Related Translations for inkomst
Dutch
Detailed Translations for inkomst from Dutch to Swedish
inkomst:
-
de inkomst
Translation Matrix for inkomst:
Noun | Related Translations | Other Translations |
ingång | inkomst | entree; ingang; inlaat; inrit; invaart; oprijlaan; oprit; poort; toegang; toegangspoort; toetreding; voorhuis |
inträde | inkomst | aankomst; binnenkomst; comparatie; entree; intocht; intrede; intredingen; invaart; toelating; verschijning; verschijningsvorm |
intåg | inkomst | invaart; inval; invasie |