Summary
Swedish to Dutch: more detail...
- instinkt:
-
Wiktionary:
- instinkt → instinct
Dutch to Swedish: more detail...
- instinken:
Swedish
Detailed Translations for instinkt from Swedish to Dutch
instinkt:
-
instinkt (naturlig drift)
Translation Matrix for instinkt:
Noun | Related Translations | Other Translations |
aandrift | instinkt; naturlig drift | ansättande; begär; drift; drivkraft; energi; fart; krävande; starkt behov; tillmanande |
instinct | instinkt; naturlig drift | begär; drift; intuition; starkt behov |
natuurdrift | instinkt; naturlig drift |
Wiktionary Translations for instinkt:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• instinkt | → instinct | ↔ Instinkt — Zoologie, Tierpsychologie: Tieren angeborene, nicht gesteuerte Verhaltensweise in bestimmen Situationen |
External Machine Translations:
Dutch
Detailed Translations for instinkt from Dutch to Swedish
instinken:
Conjugations for instinken:
o.t.t.
- stink in
- stinkt in
- stinkt in
- stinken in
- stinken in
- stinken in
o.v.t.
- stonk in
- stonk in
- stonk in
- stonken in
- stonken in
- stonken in
v.t.t.
- ben ingestonken
- bent ingestonken
- is ingestonken
- zijn ingestonken
- zijn ingestonken
- zijn ingestonken
v.v.t.
- was ingestonken
- was ingestonken
- was ingestonken
- waren ingestonken
- waren ingestonken
- waren ingestonken
o.t.t.t.
- zal instinken
- zult instinken
- zal instinken
- zullen instinken
- zullen instinken
- zullen instinken
o.v.t.t.
- zou instinken
- zou instinken
- zou instinken
- zouden instinken
- zouden instinken
- zouden instinken
diversen
- stink in!
- stinkt in!
- ingestonken
- instinkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for instinken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
gå i fällan | inlopen; instinken; intuinen | |
låta lura sig | inlopen; instinken; intuinen |
External Machine Translations: