Summary
Swedish to Dutch: more detail...
-
tjänlig:
-
Wiktionary:
tjänlig → bruikbaar, geschikt, doelmatig, gemakkelijk, gepast, passend, betamelijk, toepasselijk, behoorlijk, fatsoenlijk, keurig, voegzaam, welvoeglijk
-
Wiktionary:
Swedish
Detailed Translations for tjänlig from Swedish to Dutch
Wiktionary Translations for tjänlig:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• tjänlig | → bruikbaar; geschikt; doelmatig; gemakkelijk; gepast; passend; betamelijk; toepasselijk; behoorlijk; fatsoenlijk; keurig; voegzaam; welvoeglijk | ↔ convenable — Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose. |