Summary
Swedish to Dutch: more detail...
-
motsäga:
-
Wiktionary:
motsäga → verloochenen -
Synonyms for "motsäga":
opponera
-
Wiktionary:
Swedish
Detailed Translations for motsäga from Swedish to Dutch
motsäga: (*Using Word and Sentence Splitter)
- mot: jegens; tegemoet
- säga: spreken; praten; kletsen; klappen; babbelen; kakelen; zwammen; kwebbelen; kwetteren; kwekken; wauwelen; snateren
- möt: tegen; anti
- möta: vinden; tegenkomen; aantreffen; ontmoet; tegemoetgekomen; treffen; onder ogen zien; ontmoeten; confronteren; kennis maken met; aanvaren; tegenover elkaar stellen; oog in oog laten komen
motsäga:
Synonyms for "motsäga":
Wiktionary Translations for motsäga:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• motsäga | → verloochenen | ↔ belie — to contradict or show to be false |