Summary
Swedish to Dutch:   more detail...
  1. sönder:
  2. Wiktionary:
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. sonderen:


Swedish

Detailed Translations for sönder from Swedish to Dutch

sönder:


Translation Matrix for sönder:

NounRelated TranslationsOther Translations
defect defekt; fel; maskindefekt
stuk artilleri; beståndsdel; bit; del; element; ingrediens; jättesensation; kanon; publikation; skrift; skådespel; tryckalster; underbar människa; vrålsnygg sak
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
defect funkar ej; i bitar; kaputt; krossad; krossat; sönder; trasigt
kapot bruten; degraderad; i bitar; kaputt; krossad; krossat; sönder; trasig bruten; brutet; i kras; skadad; skadat; sönderslaget; trasig; trasigt
onklaar funkar ej; i bitar; kaputt; krossad; krossat; sönder; trasigt oklar; oklart; otydligt; suddig
stuk bruten; degraderad; funkar ej; i bitar; kaputt; krossad; krossat; sönder; trasig; trasigt bruten; brutet; i kras; skadad; skadat; sönderslaget; trasig; trasigt
ModifierRelated TranslationsOther Translations
aan scherven bruten; degraderad; i bitar; kaputt; sönder; trasig
aan stukken i bitar; kaputt; krossad; krossat; sönder i kras; sönderslaget; trasig; trasigt
buiten gebruik funkar ej; sönder; trasigt
gebroken bruten; degraderad; i bitar; kaputt; krossad; krossat; sönder; trasig bruten; brutet; dödstrött; i kras; sönderslaget; trasig; trasigt
in stukken i bitar; kaputt; krossad; krossat; sönder

Synonyms for "sönder":

  • sönderbruten; haveri; trasig

Wiktionary Translations for sönder:


Cross Translation:
FromToVia
sönder breken break — transitive: to separate into (to cause to end up in) two or more pieces
sönder stukmaken; kapotmaken break — transitive: to cause to stop functioning

Related Translations for sönder



Dutch

Detailed Translations for sönder from Dutch to Swedish

sönder form of sonderen:

sonderen verb (sonder, sondert, sonderde, sonderden, gesonderd)

  1. sonderen (met sonde onderzoeken)
    undersöka; sondera
    • undersöka verb (undersöker, undersökte, undersökt)
    • sondera verb (sonderar, sonderade, sonderat)

Conjugations for sonderen:

o.t.t.
  1. sonder
  2. sondert
  3. sondert
  4. sonderen
  5. sonderen
  6. sonderen
o.v.t.
  1. sonderde
  2. sonderde
  3. sonderde
  4. sonderden
  5. sonderden
  6. sonderden
v.t.t.
  1. heb gesonderd
  2. hebt gesonderd
  3. heeft gesonderd
  4. hebben gesonderd
  5. hebben gesonderd
  6. hebben gesonderd
v.v.t.
  1. had gesonderd
  2. had gesonderd
  3. had gesonderd
  4. hadden gesonderd
  5. hadden gesonderd
  6. hadden gesonderd
o.t.t.t.
  1. zal sonderen
  2. zult sonderen
  3. zal sonderen
  4. zullen sonderen
  5. zullen sonderen
  6. zullen sonderen
o.v.t.t.
  1. zou sonderen
  2. zou sonderen
  3. zou sonderen
  4. zouden sonderen
  5. zouden sonderen
  6. zouden sonderen
en verder
  1. ben gesonderd
  2. bent gesonderd
  3. is gesonderd
  4. zijn gesonderd
  5. zijn gesonderd
  6. zijn gesonderd
diversen
  1. sonder!
  2. sondert!
  3. gesonderd
  4. sonderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for sonderen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
sondera met sonde onderzoeken; sonderen doorklinken; polsen
undersöka met sonde onderzoeken; sonderen aanschouwen; bekijken; beproeven; bezichtigen; bezien; controleren; doorvorsen; examineren; fouilleren; graaien; grabbelen; iets opzoeken; in iets rondtasten; inspecteren; keuren; nagaan; nakijken; naspeuren; naspeuring doen; nasporen; nazoeken; onderzoeken; overhoren; rechercheren; rommelen; schouwen; snuffelen; speuren; testen; toetsen; uitproberen; uittesten; visiteren