Home ->Dictionaries ->Swedish/Dutch ->Translate naivitet

Translate naivitet from Swedish to Dutch

Summary

Swedish to Dutch: more detail...

naivitet:
- naïviteit; goedgelovigheid; lichtgelovigheid; naïveteit; onnozelheid; simpelheid; kinderlijkheid; onschuld; argeloosheid; onbedorvenheid

Swedish

Detailed Translations for naivitet from Swedish to Dutch

naivitet:

naivitet [-en] noun

naivitet (godtrogenhet; lättrogenhet)
de naïviteit; de goedgelovigheid; de lichtgelovigheid; de naïveteit
- naïviteit [de ~ (v)] noun
- goedgelovigheid [de ~ (v)] noun
- lichtgelovigheid [de ~ (v)] noun
- naïveteit [de ~ (v)] noun
naivitet (enfald; dumhet)
de onnozelheid; de naïviteit; de simpelheid; de kinderlijkheid; de naïveteit
- onnozelheid [de ~ (v)] noun
- naïviteit [de ~ (v)] noun
- simpelheid [de ~ (v)] noun
- kinderlijkheid [de ~ (v)] noun
- naïveteit [de ~ (v)] noun
naivitet (oskyldighet)
de onschuld; de naïveteit; de argeloosheid; onbedorvenheid
- onschuld [de ~] noun
- naïveteit [de ~ (v)] noun
- argeloosheid [de ~ (v)] noun
- onbedorvenheid [znw.] noun

Translation Matrix for naivitet:

Noun	Related Translations	Other Translations
argeloosheid	naivitet; oskyldighet
goedgelovigheid	godtrogenhet; lättrogenhet; naivitet
kinderlijkheid	dumhet; enfald; naivitet
lichtgelovigheid	godtrogenhet; lättrogenhet; naivitet
naïveteit	dumhet; enfald; godtrogenhet; lättrogenhet; naivitet; oskyldighet
naïviteit	dumhet; enfald; godtrogenhet; lättrogenhet; naivitet
onbedorvenheid	naivitet; oskyldighet
onnozelheid	dumhet; enfald; naivitet
onschuld	naivitet; oskyldighet
simpelheid	dumhet; enfald; naivitet	anspråkslöshet; enkelhet; frugalitet